Aan het woord: Derdejaarsstudenten Jesse, Daan en Jorrit van de opleiding Vakexpert Plant & Business

Date

Derdejaarsstudenten Jesse, Daan en Jorrit vertellen over hun ervaringen met de opleiding Vakexpert Plant & Business, de rol van het bedrijfsleven in hun opleiding en hun eindstage bij Waterman Onions. Alle drie komen ze van een akkerbouwbedrijf en hebben daardoor al veel ervaring in de agrarische sector, wat hen heeft geholpen bij hun keuze voor deze opleiding.""Praktijk, theorie en zelfstandigheid maken deze opleiding waardevol!" – Jesse

Zo ziet de opleiding Vakexpert Plant & Business eruit

De opleiding bestaat uit drie leerjaren waarin je zowel theorie leert als praktijkervaring opdoet. "In het eerste jaar leer je de basis en bezoek je agrarische bedrijven om te zien hoe het er in de praktijk aan toe gaat," zegt Daan. Het eerste jaar is een goed vervolg op de ‘middelbare school’, met veel theorie.

Het tweede jaar richt zich meer op akkerbouw, gewasbescherming, bodemkunde en techniek. Verder doe je in dit jaar veel agrarische bedrijfsbezoeken, bijvoorbeeld bij bedrijven als Waterman Onions, Agrico en Tolsma Grisnich. "We leerden van alles over uienverwerking, aardappelbewaring en gewassen telen," vertelt Jorrit. "We bezochten bijvoorbeeld Tolsma Grisnich in Emmeloord, een bedrijf dat zich richt op de bouw van (koel)bewaringen. Daar leerden we veel over de techniek achter bewaartechnieken."

In het tweede jaar werkten we aan een project genaamd SLO, waarbij twee MBO-studenten samenwerkten met één HBO-student. We kregen een vraagstuk van een bedrijf dat we moesten oplossen. Het was leerzaam, omdat we zelf de beste oplossing moesten bedenken en uitwerken. We werkten samen met een HAS-student, die ons hielp met het schrijven van het verslag. Dit project was waardevol, omdat HAS-studenten ook veel van MBO-studenten kunnen leren, bijvoorbeeld hoe je praktische vraagstukken efficiënt aanpakt.

Stages: De ideale mix van leren en praktijk

In het eerste en tweede jaar liepen we veel stages: in het eerste en tweede jaar één dag per week. Aan het einde van het tweede jaar gingen we zelfs naar het buitenland voor een stage. In het derde jaar is er nog een lintstage van één dag per week gericht op het afstuderen.

"Het is belangrijk om een stage te kiezen die bij je past," zegt Jesse. "Praat met anderen, vraag naar hun ervaringen en zorg ervoor dat er goede begeleiding is, zodat je echt iets kunt leren." Daan benadrukt: "Kies niet alleen op basis van de grootte van het bedrijf, maar kijk of je de kans krijgt om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen, en of er iemand is

die je meeneemt in het proces." Jesse voegt toe: "Ga ook niet alleen af op de kleur van de trekkers bij een bedrijf. Het gaat erom dat je een plek vindt waar je kunt leren en groeien."

"We werken met echte bedrijven en lossen echte problemen op." – Jorrit

Wat je écht leert: Theorie in de praktijk

Naast kennis over teelt, techniek en bedrijfsvoering, leer je ook hoe je je werk organiseert, kosten beheert, leidinggeeft en plannen maakt. "Wat ik fijn vind, is dat de theorie meteen toepasbaar is in de praktijk," zegt Daan. "Je leert echt door het te doen." Jesse voegt toe: "Je krijgt niet alleen kennis, maar ook de kans om die kennis toe te passen in echte situaties, wat de opleiding heel praktisch maakt."

Eindstage bij Waterman Onions: Projecten die er toe doen

De eindstage is een belangrijk onderdeel van het derde jaar. In groepjes van drie werk je aan echte projecten bij agrarische bedrijven en krijg je veel vrijheid. "We werken nu aan een project bij Waterman Onions, waar we kijken hoe we het onderhoud van machines kunnen verbeteren zodat ze minder stil staan," legt Jesse uit. "Het is leuk om je eigen project te managen," zegt Daan. "We krijgen veel verantwoordelijkheid, wat het extra interessant maakt."

"Samenwerking met het bedrijfsleven is cruciaal om mee te blijven met de snelle ontwikkelingen in de sector." – Daan

Daan voegt toe: "We kijken ook naar wat bedrijven in de buurt doen, zodat we verschillende kanten van het verhaal zien." Het is duidelijk dat de samenwerking met het bedrijfsleven belangrijk is om als agrarische sector bij te blijven, omdat de ontwikkelingen snel gaan. "Als je niet met bedrijven samenwerkt, kun je niet bijbenen met de veranderingen die zich in de sector voordoen," zegt Jesse.

De eindstage staat in het teken van afstuderen. Tijdens deze afstudeerstage werk je aan verschillende belangrijke onderdelen: een teelttechnisch verslag, een bedrijfstechnisch en bedrijfseconomisch overnameplan voor het bedrijf. Je bent het hele jaar bezig met het voorbereiden van je eindexamen.

De kracht van bedrijfsbezoeken en praktijkervaring

Het bedrijfsleven speelt een grote rol in de opleiding. "De samenwerking met bedrijven zoals Waterman Onions zorgt ervoor dat we direct in de praktijk kunnen werken," vertelt Jorrit. "We lossen echte problemen op waar bedrijven mee te maken hebben. Dat maakt het erg waardevol, omdat je niet alleen leert over theorie."

Begeleiding van docenten met praktijkervaring

"Onze docenten hebben vaak al veel praktijkervaring, ze weten wat er speelt in de bedrijven waar wij vandaan komen, en dat zorgt voor boeiende lessen," vertelt Jesse.

"Onze docenten vragen regelmatig hoe het gaat, zowel op school als thuis op het bedrijf, wat het contact extra goed maakt." Docenten gooien soms thema’s of vraagstukken in de groep, waarover we dan gezamenlijk discussiëren.

Afwisselend en uitdagend

"Wat deze opleiding waardevol maakt, is de combinatie van praktijkervaring, theorie en de vrijheid om zelf projecten te beheren," zegt Jesse. Daan voegt toe: "Het is afwisselend en uitdagend, omdat je zelf kunt onderzoeken en werken met bedrijven."