Practoraat Kringlooplandbouw

Het practoraat Kringlooplandbouw bestaat sinds september 2020. In 2018 heeft de overheid aangegeven dat in 2030 Nederland koploper kringlooplandbouw wil zijn. Een zeer ambitieuze doelstelling omdat in 2018 nog maar een heel beperkt aandeel kringloop werd gerealiseerd.

De kern van kringlooplandbouw is dat er geen stoffen meer verloren gaan maar dat alles wat nu nog als “afval” wordt bestempeld als grondstof wordt benut.

Dat betekent dat de landbouw, die nu grotendeels afhankelijk is van o.a. kunstmest en krachtvoer uit het buitenland, voor het overgrote deel op reststromen moet gaan werken. Daar komt nog als doelstelling bij, dat energie uit hernieuwbare bronnen komt.

De combinatie “afval bestaat niet” met “energie uit hernieuwbare bronnen” is meer dan een verandering. Het betekent een transitie van de maatschappij. Het is geen transitie die alleen bij de landbouw ligt. Het betekent bijvoorbeeld dat de mineralen die nu via het riool in de verbranding eindigen terug moeten naar de landbouw. In het filmpje over de ‘essentie van kringlooplandbouw’ zie je hoe dat zou moeten werken.

Voor het onderwijs is deze transitie een lastig thema. Er zijn 2 grote uitdagingen:

  • Het begrip kringlooplandbouw opnieuw invulling geven. Voor veel studenten en ook boeren is kringlooplandbouw de kringloop tussen akkerbouw en veehouderij. Mest gaat naar de akkerbouw, voer en strooisel naar het melkvee. Het beeld van deze interne kringloop moet worden veranderd in een beeld waarbij kringloop op een hoger niveau, namelijk maatschappijniveau speelt. Alles wat van het boerenerf wordt afgevoerd moet weer terug komen als grondstof ter vervanging van kunstmest en krachtvoer. Het nu nog grote mineralenverlies moet worden beperkt omdat die niet eindeloos kan worden aangevoerd vanuit mijnen en vanuit fossiele energie. Dat te realiseren is een veel complexere opgave dan alleen de interne kringloop optimaliseren.
  • Kringlooplandbouw als reële optie in het onderwijs behandelen. De transitie naar kringlooplandbouw is zo groot dat niemand zich goed voor kan stellen hoe de wereld er uit gaat zien. Hoe bereid je studenten voor op een wereld die we nu nog niet kennen? Hoe ga je om met het gegeven dat een boer inkomen gaat verwerven met een vorm van landbouw die we nu nog niet hebben, dus waar we ook geen rekenvoorbeelden bij hebben? Een pasklaar antwoord op de vraag “En wat wordt het verdienmodel?” is er niet. Dan maar voortgaan op de huidige route is echter ook geen optie! Het vraagt van de docent en de student een openheid en beweeglijkheid in een tijdperk waar juist verharding in standpunten is ontstaan. Hoe creëer je als docent die open situatie in de les? Kringlooplandbouw staat niet los van natuurinclusieve landbouw, biologische landbouw, regeneratieve landbouw, agro-ecologie en zo nog een aantal stromingen. Het zijn allemaal ontwikkelingsrichtingen die samen moeten leiden tot een landbouw die het ecologisch draagvlak van de aarde niet meer overschrijdt.

Over Ruud Hendriks